|
Post by Kaye River Abby Levi Niké on Oct 12, 2007 10:34:31 GMT -5
Voorzichtig maar soepel klom Kaye over de omheining. Ze had twee shawltjes om haar handen gebonden, tegen het scherpe ijzer van het hek. Het was duidelijk dat ze hier vaker heen ging. Al sinds ze hier woonde, kwam ze hier erg vaak. Sinds ze Diego had, was ze hier nooit meer geweest, maar nu moest ze echt nadenken. Zou ze nog zingen op het prom? Zou het nut hebben? Of zou ze zich alleen maar voor gek zetten. Langzaam slofte ze over het modderige paadje naar de opening van de mijn. Ze wurmde zich door een spleet in de rotsen heen, en daalde af. Al gauw moest ze een zaklamp te voren halen, omdat ze al te diep in de mijn was doorgedrongen om het zonlicht nog te zien. Ze werd omringt door duisternis. Het was gevaarlijk en verboden hier, maar dat kon haar niet veel schelen. Wat dan nog, als ze vast kwam te zitten? Niemand zou haar missen. Ze zuchtte, en veegde een enkele traan van haar wangen. Niemand zag het toch, dus ze liet haar verdriet over zich heen spoelen.
|
|
|
Post by Nic & Daran & Lil & Ty & Mick. on Oct 14, 2007 13:03:28 GMT -5
Ty was nog steeds aan het hijgen. Een paar jongens van school had hem achtervolgd, toen hij enkel een grap wegpakte. Ty, was gelukkig een sportman en rende sneller dan de anderen, maar toch bonkte zijn hard in zijn keel. Straks kwamen ze hem nog opzoeken in de mijn en dan wist hij zeker dat hij er geweest was.
Het was begonnen toen een paar debielen een foto van ty op het prikbord hadden geplakt en daar een Nerderig brilletje op getekent hadden. Toen Ty aankwam en het prikbord zag, griste hij de foto er van af en schopte een van de jongens. Hij kon neit tegen dit soort flauwe grappen. Achteraf had hij die schop niet moeten verkopen, want toen Ty de school uit vluchtte, rende de jongens achter hem aan.
De enige uitweg voor Ty was de mijn. Niemand durfde daar heen én er kwam dus ook niemand. Toen Ty hijgend aan de andere kant van het hek stond, hoorde hij de jongens voorbij rennen en zich afvragen waar Ty heen was. Snel was hij de mijn in gevlucht en daar zat hij nu nog steeds. Hijgend.
|
|